Na ruim vier jaar voorzitterschap stopt Maaike de Vries (50 jaar) als voorzitter van de Federatie Landbouw en Zorg. Een nieuwe voorzitter wordt gezocht. Ondertussen neemt Esther van Noort als vice-voorzitter de zaken waar. Maaike start als lid van de Raad van Bestuur van Nieuw Unicum, een woonzorginstelling in Zandvoort voor mensen met multiple sclerose en niet aangeboren hersenletsel, en kan deze fulltime functie helaas niet combineren met het voorzitterschap van de Federatie.
Hoe heb je de zorglandbouw ervaren?
“Ik werk inmiddels ruim 25 jaar in en om de zorg, heb ervaring in veel sectoren. De zorglandbouw kwam op mijn pad en sloot aan bij een hoop zaken waarmee ik me bezighield zoals positieve gezondheid, leefstijl en kwaliteit van leven. Dat zit erg dicht tegen de kernwaarden van de zorglandbouw aan. Ik vind het heel mooi dat die een stevige plek hebben gekregen in het kwaliteitskader.
De zorglandbouw is veelomvattend en zoveel meer dan ‘groen en een baal hooi’ zoals mensen weleens denken. Het ritme van de boerderij is leidend, het geeft deelnemers structuur. In de afgelopen vier jaar heb ik bedrijven groter zien worden en de diversiteit zien toenemen, zoals in doelgroepen en zorgvormen. Woonzorg is er bijvoorbeeld bij gekomen. Ik verwacht dat de zorglandbouw zich de komende jaren verder ontwikkelt. De kunst is daarbij het eigen en unieke karakter van de zorglandbouw te behouden.”
En hoe kijk je aan tegen de Federatie?
Toen ik begon, had de Federatie al veel ambities en was de sector in ontwikkeling en groeiend. In de afgelopen jaren hebben we de FLZ samen geprofessionaliseerd. Dat is denk ik aardig gelukt dankzij de inzet van ons bestuur, onze directeur en bureaumedewerkers en niet in de laatste plaats onze leden.
We hebben een kwaliteitskader, een online academie, we zijn gesprekspartner voor overheden en steeds meer partijen weten ons te vinden. Waar we soms nog aan moeten wennen, is dat zorgboeren zorgaanbieder zijn met alle regels en verplichtingen die daarbij horen. Bijvoorbeeld ten aanzien van de financiële verantwoording. Ik ben blij dat we daar als Federatie ook achter zijn gaan staan: transparantie over de inzet van publieke middelen is heel belangrijk, daar kun je niet omheen.”
Waar liggen kansen en risico’s?
“Kansen zijn er genoeg, want er is een groeiende vraag naar kleinschalige en persoonsgerichte zorg, zoals de zorglandbouw biedt. Ook met bewegen, buiten zijn en gezond eten. Risico’s liggen bij ontwikkelingen rondom nieuwe wetgeving en transparantie. Hiertoe moeten de FLZ en zorgboeren zich verhouden.
Ik snap dat het soms als ingewikkeld en niet haalbaar wordt ervaren. Een passende overhead is zeker belangrijk; hier moet de Federatie zich hard voor blijven maken. Wat betreft het imago van zorgboerderijen: daar moet je altijd alert op zijn. Maar daar hebben we ook veel aan gedaan met de Open dagen, het kwaliteitskader en andere pers- en publieksmomenten. Ik vind het verder goed dat we buiten de landbouw discussie zijn gebleven.”
Tot slot: wat vond je het meest uitdagend?
“Ik ben vast niet de enige, maar ik vond de Covid-periode ingewikkeld. Hoe kunnen we zorg blijven leveren? Hoe kunnen we onze zorgboeren goed ondersteunen? Ik ben blij dat zorgboeren veelal hun gezond boerenverstand hebben gebruikt. We hadden alles op slot kunnen zetten, maar dan ging het op andere terreinen mis. Het was super hoe zorgboeren van alles uit de kast haalden om toch in contact te blijven en zorg te blijven leveren.”
Dankjewel voor al je inzet
“Ik heb het met heel veel plezier en toewijding gedaan. Ik blijf de waarden van de zorglandbouw uitdragen, zoals het kleinschalige, het persoonlijke en het naar buiten gaan. Ik ben dan wel een stadse, maar met groot hart voor de zorglandbouw.”