Terug naar Actueel

Veel zorgboeren die onderwijs aanbieden op de zorgboerderij, worstelen met de financiering. Ze krijgen een vergoeding voor dagbesteding vanuit de Jeugdwet, maar zien dat kinderen opbloeien en weer tot leren komen. Daar is echter niet zomaar materiaal en begeleiding bij. Als dit probleem duidelijk bij het onderwijs wordt neergelegd, is de kans dat er onderwijsgeld en dus materiaal beschikbaar komt het grootst, zegt ook Jan Hassink, onderzoeker aan de WUR.

Landgoed Spijkerboor

Bij zorgboerderij Landgoed Spijkerboor werken Inez en Almar van der Meulen de laatste jaren steeds meer met jonge kinderen die niet meer naar school gaan. Die kinderen komen van een van de 62 scholen die aangesloten zijn bij Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Zaanstreek. Het aantal thuiszitters onder die koepel steeg in de periode 2019-2023 van 25 naar 62. Daar wilde het Samenwerkingsverband iets aan doen en dus stelden ze samen met Landzijde en Spijkerboor een maatwerk programma op, mét begeleiding.

Initiatief samenwerkingsverband

Inez: “Landzijde en het samenwerkingsverband hebben samen de handschoen opgepakt en zijn in gesprek gegaan met ons. Wij kregen steeds jongere kinderen op de zorgboerderij. Zelfs een kind van 8 dat al een jaar thuis zat en niks meer wilde. De toestroom is enorm, de problematiek wordt steeds groter. Wij hebben een kleinschalige zorgboerderij met diverse doelgroepen en deden al aan BuitenGewoon Leren, waarbij ze een certificaat kunnen halen. De kinderen wilden we eigenlijk meer bieden, ook leren lezen en rekenen. Dat zagen ook school en gemeente als kans.”

Leerkracht via school

Uit overleg bleek dat het samenwerkingsverband wel bereid was een leerkracht te regelen voor het inmiddels ontstane groepje van 8 kinderen. En de zorgboeren waren bereid een ruimte in te richten als klaslokaal, plus ‘pauze’ begeleiding in boerderijwerkzaamheden. Zo geschiedde en nu geeft een leerkracht samen met een onderwijsassistent in het voorhuis les aan maximaal acht kinderen, terwijl in het achterhuis de dagbesteding met tien mensen en drie begeleiders aan de gang is. Leerlingen die even pauze nodig hebben mogen naar achteren en komen daarna weer terug. Leerlingen die net binnen komen mogen sowieso een tijd landen op de zorgboerderij. “Dat is heel belangrijk, dat kinderen weer nieuwsgierig worden en open gaan staan om dingen te leren.”

Thuissituaties

Ondertussen wordt er ook aan de thuissituaties gewerkt, wanneer het betreffende kind door de lange wachtlijsten heen is. “We regelen die toestemming en medewerking van ouders bij de intake, maar soms duurt het lang voordat hulp op gang komt. Wij gaan ondertussen vast aan de gang. Landzijde doet een uitgebreide intake en plaatsing met hulp van de zorgcoördinator. Vervolgens hebben we met Landzijde, de school en de gemeente eens per kwartaal reflectievergaderingen waarop we de leerlingen doornemen. Met de bureaucratische kant worstelden we in het begin nog wel: de screening was soms wel erg traag en de informatieuitwisseling beperkt, maar nu gaat het beter, omdat we elkaar weten te vinden.”

Praktisch

Ook praktisch is het op de zorgboerderij inmiddels goed geregeld. “We appen elkaar als er kinderen heen en weer gaan en hebben zo een kort lijntje om voorbereid te zijn op wat komen gaat. We laten de school leidend zijn in hoe lang een kind weg mag blijven van het klaslokaal, maar geven ook weer feedback terug. De kinderen hebben leuke interactie met de andere deelnemers, vooral ouderen vinden het heel gezellig. Soms herkennen jongere en oudere deelnemers elkaars problematiek en helpen ze elkaar. Door de activiteiten van paard borstelen, kippen voeren of iets te maken komen ze tot rust. Wij bewaken de sfeer, maar zijn soms wel aan het pingpongen om het voor iedereen goed te doen.”

Pilot verlengd

De pilot duurde twee schooljaren en is nu wegens succes een jaar verlengd. Er zijn nu al zes leerlingen begonnen. Van de vijf gevolgde pilot-leerlingen (de anderen gaven geen toestemming om te volgen) ging een leerling door naar de Havo, de andere vier naar het speciaal onderwijs. “Als kinderen hier beginnen weten ze dat het tijdelijk is. Vanuit de gemeente en het onderwijs wordt de druk op doorstromen ook wel opgevoerd, omdat de kosten hoog zijn. Op een groepje van maximaal acht leerlingen zitten een leerkracht en een onderwijsassistent en wij tweeën als zorgboer op de achtergrond. Maar het bespaart zoveel zorgkosten in de toekomst, dat de gemeente het er gelukkig wel voor over heeft.”

Onderwijs verantwoordelijk

Het onderwijs blijft dus verantwoordelijk voor het onderwijs en de zorgboeren faciliteren en ondersteunen. Op die manier werkt het goed: als het onderwijswil, is er een weg. Op de conferentie 28 november komen meer samenwerkingen tussen onderwijs en zorgboerderijen aan bod en is er ook aandacht voor de knelpunten die er helaas ook nog steeds zijn.

Lees het hele onderzoek naar Spijkerboor in opdracht van Landzijde hier.