Auditor Wim de Jong (67) uit Heeten (geboren Kootwijkerbroek) nam op de Dag van de zorglandbouw na 19 jaar afscheid als auditor van het kwaliteitssysteem Kwaliteit laat je zien! Hij kwam al die tijd op zorgboerderijen, naast zijn werk als interim manager in de thuiszorg, op ziekenhuizen en psychiatrische instellingen. Hij heeft dus een goed beeld van de verschillende sectoren en is erg gecharmeerd van de zorglandbouw. “Daar heerst echt een mentaliteit van aanpakken. Als iets goed lijkt voor de deelnemers: gewoon gaan doen en ‘kiek’n wat t wurdt’. Een verademing vergeleken met de praat-en vergadercultuur in andere zorgsectoren.”
Ondertussen zijn er ook in de zorglandbouw allerlei regels bijgekomen. “De administratieve last is de meest gehoorde klacht. Maar ja, dan zeg ik ook gekscherend: moet je maar een andere sector kiezen. De zorg en de landbouw liggen nu eenmaal onder een vergrootglas.” Tegelijk ziet hij dat zorgboeren er hun schouders onder zetten, geholpen door de KwApp. “Het is ook voor zorgboeren goed om af en toe stil te staan en te reflecteren. De sector heeft zich er duidelijk door geprofessionaliseerd.”
De kernwaarden, die de basis in het kwaliteitskader vormen en ook in het kwaliteitskeurmerk terugkomen, onderschrijft De Jong van harte. “Voor mij is het evident dat de boerderij de basis van de zorglandbouw is. Het gaat om rust, regelmaat en ruimte. Oftewel vaste dagstructuren, ingegeven door de verzorging van dieren en gewassen. Dat het niet om de zorg draait, maar om samen aan de slag gaan. Voor mij is dat wezenlijk, en is daar een groot onderscheid met zorg in het groen. Een paar kippenhokken in de tuin geeft niet hetzelfde gevoel als een echte boerderij met een echte boer.”
Professionaliteit versus nabijheid
De Jong vindt het dan ook zorgelijk dat regionale organisaties steeds groter worden. De professionaliteit mag dan toenemen, maar de afstand tot de deelnemer ook. “Hoewel ik best snap dat zorgkantoren en gemeentes dat soms verlangen, moet de client wel centraal blijven staan zoals we dat in deze kleinschalige zorgsector nastreven.”
De Jong maakt zich zorgen over de druk op professionalisering. “Doordat zorgboeren regionaal steeds meer in het geweld van grote contracten terecht komen, en daarmee ook moeten voldoen aan steeds meer eisen, komt er druk op het persoonlijke, de menselijke maat en de eigenheid van de zorgboer als kleinschalige ondernemer.”
De Jong maakt zich ook zorgen over het verdwijnen van de echte boerderijen met een zorgtak. “Er zijn veel boeren zonder opvolging. Dat is eeuwig zonde. Er zijn genoeg mensen te vinden die willen opvolgen, maar de kapitaallast die op de bedrijven ligt is door de schaalvergroting enorm toegenomen. Het lukt bijna alleen maar binnen de familie, en veel kinderen willen wat anders gaan doen. Als het wel lukt is het prachtig, al brengt het vaak weer eigen struggles met zich mee.”
De financiële onzekerheid van de zorglandbouw helpt daarin niet mee. “Je ziet dat enerzijds de kosten door de regels toenemen, bijvoorbeeld door hogere opleidingseisen. Maar de vergoeding blijft gelijk. Dat gaat op een gegeven moment botsen en geen bank wil zijn vingers eraan branden.”
“Het aantal wetten en regels is in de loop van mijn tijd als auditor verder toegenomen en dat zal helaas zo blijven doorgaan. Daar heb je als auditor mee te maken bij je toetsing en daar ben ik bij mijn audittraject dan ook duidelijk in; “Wat moet; dat moet”. Waar ik wel moeite mee heb ik de soms zeer eigen invulling van de WMO-eisen die gemeentes hanteren. Zo vind ik het van de zotte dat de boer die op een zorgboerderij rondliep, gedwongen werd op zijn 65e nog een zorgopleiding te volgen, terwijl alle deelnemers hem juist als boer op handen droegen.”
Kernwaarden geven de kern weer
In de bijna twintig jaar op zorgboerderijen, zag hij de bedrijven vaak eens per drie jaar. “Dat was mooi om mee te maken. Ik heb gezien hoe ze het steeds beter gingen doen, en soms zelfs hoe kinderen het stokje overnamen. Prachtig.” Moeilijke momenten waren er ook. “Bijvoorbeeld dat je moet constateren dat iets geen zorgboerderij is, omdat de moestuin van de buurman is en de pony ook van iemand anders, én dat geen van de medewerkers er iets mee doet. Ons keurmerk is relatief goedkoop, dus wil iedereen er graag van profiteren, maar er is echt een grens. Wat dat betreft is het mooi dat de kernwaarden er zijn.”
“Ook waren er momenten dat ik moest constateren dat zaken niet goed geregeld waren en ook niet goed werden opgepakt. Daar gaan we dan samen wel echt even voor zitten. Ik vind het een mooie uitdaging om het dan om te draaien, te zorgen dat de schouders eronder gaan. Andere kwesties zijn klachten. Die komen bij de klachtencommissie, maar ik bespreek het na. Er is vaak al een heel verhaal aan vooraf gegaan en er komen allerlei emoties bij kijken. Dan is het de kunst om toch te durven doorvragen.” Gelukkig voor de zorglandbouw verdwijnt De Jong niet helemaal van het toneel. “Ik hoop nieuwe auditoren bij te mogen staan in hun opleiding, juist om dit soort dingen te leren.”
Glunderende oogjes
“En ook al is het wel eens moeilijk, het is totaal geen straf om auditor te zijn. Ik keek vaak erg uit naar mijn auditorendagje. Na dagen in het ziekenhuis of psychiatrische instelling is het een verademing om, na al het papierwerk wat er ook bij hoort, met een deelnemer en zorgboer een rondje over het erf te maken. Dan komen de verhalen, dan glunderen de oogjes. Als je beweegt, praat je makkelijker.” De kernwaarden werken dus ook voor de auditoren zelf? “Haha, ja zeker.”
“Om die reden heb ik een aantal jaren terug mijn ‘vergaderpak’ aan de kapstok gehangen en ben ik fulltime audits gaan uitvoeren. Die door o.a. de komst van Wonen en Leren op de zorgboerderij meer divers en complexer werden. Tegelijk zitten daar prachtige kansen. Vooral met onderwijs op de zorgboerderij kan de zorglandbouw echt goed laten zien wat ze waard is.”
Een laatste boodschap wil De Jong nog meegeven aan de zorgboer(in): “Wees trots. Ik hoorde het op de dag van de zorglandbouw en ben het er van harte mee eens. Zorgboeren ploeteren zich een ongeluk, maar zouden ook eens van een afstandje naar hun werk mogen kijken en genieten. Net zoals een boer naar zijn vee of gewassen kijkt en geniet. Er gebeuren zulke prachtige dingen."