Terug naar Actueel
  • Zorgboeren

De vraag naar jeugdzorg is in corona tijd erg toegenomen, terwijl het aantal plaatsen afnam. Zorgboeren in de jeugdzorg worden hierdoor soms extra onder druk gezet om crisisgevallen aan te nemen. Zij moeten sterk in hun schoenen staan om hun eigen grenzen te bewaken.

Dat dit belangrijk is blijkt uit een belrondje. “Je moet in de gaten houden of je de zorg wel aan kunt en of de andere deelnemers er geen schade van ondervinden”, zegt Anouk Hafkamp van Jemalupe uit De Wilp in Groningen. “Dat nee zeggen is soms wel heel moeilijk, omdat jeugdconsulenten bij gemeenten soms echt met de handen in het haar zitten. Maar er zijn gevallen die ik op de zorgboerderij echt niet kan helpen. Bijvoorbeeld suïcidale jongeren die geen hulp willen. Dat moet ik dan wel vijf keer herhalen soms. En ondertussen gaan andere opvanglocaties dicht.”
Dat bevestigt ook zorgboerin Esther van Noort van Horses en co uit Heerjansdam in Zuid-Holland. “Ik zie veel gevallen die te heftig zijn, te multiproblem. Dan houd ik mijn poot stijf: ik lever goede zorg of geen zorg. Dat roep ik ook heel hard bij de ketenpartners zoals de wijkteams, het CIT, de Raad voor de Kinderbescherming en de rechter. Maar ook al is de nood hoog, er zijn gewoon geen plekken. Andere instellingen sluiten de deuren.” De Federatie denkt dat lagere tarieven een van de oorzaken van de sluitingen zijn: het kan gewoon niet uit.

Corona heeft problemen verergerd

Volgens Anouk heeft corona de problemen in de thuissituatie verergert. “Bij gezinnen met ‘normale’ kinderen was het al een uitdaging, bij gezinnen met labeltjes was het thuiswerken en thuisonderwijs geven bijna niet te doen.”

Dat ziet ook Esther, zelfs nu scholen alweer een tijdje open zijn: “Ze hebben het wel over code rood of oranje, maar ik zeg: het is code zwart in de jeugdzorg als je kijkt naar de geestelijke gezondheid. Er zijn veel meer scheidingen en er is een toename van huiselijk geweld. Pas nog belde een moeder mij vanuit de badkamer dat ze niet vrijuit praten kon. Het is echt heel erg geweest voor veel kinderen dat de juf of meester wegviel en alle hulpverleners ineens weg bleven. De structuur en veiligheid vielen weg. En veiligheid is een eerste vereiste om te kunnen ontwikkelen. Tegenwoordig zitten al onze veiligheidsoverleggen van het team overvol en maken we vaker gebruik van de meldcode. Het is overigens wel fijn dat die vernieuwd is: we pakken de problemen nu veel meer samen met ouders aan. Er is meer bespreekbaar.”

Kalle Heesen van De Plus Boerderij in Wapserveen heeft ondanks de aanstelling van vijf extra krachten ook een wachtlijst, al zit hij in dunbevolkt gebied. “Er zijn nog steeds gezinnen die omvallen. Waarvan de moeder zegt: ‘ik stop ermee’, gaat zich  van pure ellende gaat snijden of draait gewoon de deur voor haar kind op slot . Ik vrees ook dat het nog wel een tijdje doorgaat. Nu de adrenaline van de survivalmodus op is gaan er meer problemen zichtbaar worden. Er is en komt veel vraag naar intensieve zorg,

Esther heeft vol ingezet op het behoud van de lijntjes met thuis, ook in coronatijd. “Meteen toen bleek dat alles op slot ging, hebben we besproken welke kinderen we nog moesten blijven zien. We hebben ouders gebeld: kun je de zorg aan? Waar dat niet het geval was, zijn we langs gekomen om met de kinderen te wandelen of te fietsen. Kinderen die thuis geen onderwijs konden krijgen, vingen wij op. We hebben flink opgeschaald, heel veel extra uren gewerkt en ondanks dat we ook personeel moesten missen hebben we het gered. Dat is wel heel fijn aan ons team.” Dat opschalen deed ook Anouk, zelfs met hulp van een gemeente-ambtenaar.

Sociale isolatie

Bovenop de vaak gespannen thuissituaties kwam ook nog de sociale isolatie, volgens Esther een belangrijke oorzaak van de belabberde geestelijke toestand van veel jongeren. “Kinderen die op dat gebied wat moeite hadden, trokken vroeger door het verplichte socialisen op school wel bij. Dat is er een tijd niet geweest en nu weten ze niet meer zo goed hoe het moet en voelen zich veel vaker eenzaam. Het lastige is dat slechts een kleine groep hiervoor uitkomt en hulp vraagt, bij veel anderen heb je het niet door.”

Dat bevestigt ook jeugdconsulent Margrieta Bode van de gemeente Lochem. “Het is met name onder tieners heel zwaar geweest en daar zien we nu de gevolgen van in de vorm van eenzaamheid en depressies. Veel meer en zwaarder dan vroeger. Het is ook heftig als je een vriendinnengroepje van vijf hebt en je mag maar met zijn vieren bij elkaar komen waardoor je eruit valt. Nu hebben ze anderhalf jaar achterstand opgelopen, dat haal je niet zomaar in.”

Beeldscherm als wereld   

De corona is volgens de zorgboeren een grote factor geweest, de digitalisering (of: meer schermtijd) van het leven speelt ook een grote rol. “Kinderen zijn uit verbinding met hun directe omgeving, ze zitten overal en nergens met hun hoofd”, zegt Esther. “De hoge eisen van de maatschappij in de vorm van razendsnelle informatieverwerking eist zijn tol. Er zijn tig apparaten met tig kanalen. Die zijn in 1 of 2 generaties ontstaan, daar zijn we als mens nog helemaal niet klaar voor”, zegt Anouk.

Ook Kalle ziet de mobiel als eenlastig ding. “Jongeren die bij ons komen, geven hun mobiel af. Wij bewaren hem voor hen in een kluis. In een eerste weekend zitten ze dan vaak apathisch op de bank. Maar op een bepaald moment gaan ze -bijvoorbeeld- een boomhut maken. Ze maken plannen, gaan dingen bouwen, veel mislukt maar als er doorzettingsvermogen is, dan lukt het. Zo leer je het leven: het is niet altijd makkelijk. Lekker spelletjes op de computer doen en warme chocolademelk krijgen is natuurlijk fijn, maar wat leer je ervan? De uitdagingen in het leven die volgen zijn groot genoeg. En dan helpt het niet als je met je mobiel op de bank blijft zitten. Bijvoorbeeld omdat je iedere dag iets op Insta moet zetten."

Systeembenaderingen

Waar de zorgboeren het over eens zijn, is dat alleen systeembenadering -dus met het gezin- echte oplossingen biedt. Kalle: “Onze medewerkers hebben vier jaar een opleiding gevolgd om kinderen bij te staan, terwijl hun ouders niks hebben hoeven leren en hun kinderen een groot deel van de dag begeleiden. Wij willen de hele omgeving van een kind weer fijn en veilig maken. Dus niet alleen hun vrije tijd en school (De Plus Boerderij biedt ook onderwijs), maar ook thuis. Zo nodig gaan we met het kind mee naar huis, soms zelfs tot het slaapt en zijn er de volgende ochtend weer bij het ontbijt. Wij willen ouders tools aanreiken om het zelf goed te kunnen doen en niet alleen puin ruimen.” Ook Anouk doet ouderbegeleiding. “Dat is heel dankbaar werk, omdat het veel resultaat geeft.”

Ook de Federatie juicht zo'n systeemaanpak toe. Directeur Maarten Fischer: "We willen als sector ook bijdragen aan een gezond systeem om de jeugd heen. Daarom doen we niet alleen ons best om goede zorg aan kinderen te bieden die het nodig hebben, maar gaan ook met de betrokken overheden in gesprek om te kijken hoe de toestroom verminderd kan worden, en zorg betaalbaar blijft."

Groot hart

Ook uit dit belrondje blijkt dat waar zorgboeren zeggen zichzelf tegen teveel druk te beschermen, ze uiteindelijk toch hun hele zorgboerenhart inzetten voor de jonge medemens. “Gelukkig heel vaak met goed resultaat”, zegt Kalle. Maar hij beseft ook dat de ambities groot zijn en de problemen toe lijken te nemen. “Dan zeg ik weer tegen mezelf dat ieder geholpen kind er één is.”

Reageren? Mail naar tjitske.ypma@zorgboeren.nl, dan besteden we er na de zomer meer aandacht aan. Ook kun je reageren op dit bericht op Facebook.