Terug naar Actueel
  • Zorgboeren

Dat veel mensen het ontspannend en prettig vinden in de natuur is zeker sinds corona wel bekend. Ook denken we aan gezondheid als we het hebben over ‘een frisse neus halen’. Hoe groot het wetenschappelijk aangetoonde verband is tussen lichamelijk en geestelijk welzijn en contact met biodiverse natuur vertelt Marieke Schatteleijn in haar boek Natuurzin. Ook zorgboeren kunnen er hun voordeel mee doen.

De onderliggende reden waarom mensen gedijen bij contact met de natuur is eenvoudig: we zíjn natuur. Ook al vergeten we het wel eens, ons lichaam en onze geest zijn geënt op een leven in de natuur. Zo heeft ons lichaam meer bacterie-DNA dan eigen DNA, en als het in balans is, cq genoeg contact heeft gehad met de natuur, dan is het dankzij die bacteriën (het zogenaamde microbioom) fit en gezond en bestand tegen een stootje. Ook is ons bioritme en immuunsysteem gebouwd op een natuurlijk dag- nacht ritme én een grote hoeveelheid daglicht en beweging. 85 procent van de mensen wereldwijd heeft echter een zittend beroep, tegelijk zijn onze lichamen en hoofden nog niet zo ver af geëvolueerd van de jagers en verzamelaars en boeren die we lange tijd waren. 

Geen wonder dus dat er veel problemen voortkomen uit deze discrepantie. Allerlei ziektes zoals astma, hart- en vaatziektes maar ook depressies en angststoornissen blijken recht evenredig verband te houden met een te grote afstand tot de natuur.

Natuur dichtbij

Enerzijds lijkt er weinig tegen te doen, behalve in vrije tijd de natuur op te zoeken. Anderzijds geeft Schatteleijn ook voorbeelden die zelfs in een stedelijke omgeving te realiseren zijn. En vanuit een zorgboerenblik vallen er ook al direct verbanden te zien. Zo noemt Schatteleijn proefjes met aarde op de bodem van kinderopvangplekken, planten in de schoolklas en op het werk, tussen de middag een wandeling buiten, de dag beginnen met een half uur tijd buiten, het aanleggen van groene daken en gevels, en ga zo maar door. Waarom? Contact met echte aarde, pesticidevrij en vol verteerde plantenresten, via de handen of zelfs via de lucht, helpt al enorm om de microben in het lijf aan te vullen. Wandelen in de buitenlucht geeft ons vitamine D en brengt ons in contact met fytonciden die bomen uitscheiden en in ons lichaam dienst doen als een natuurlijk antibioticum tegen slechte bacteriën. Het ochtendlicht zet onze biologische klok gelijk met de wereldklok en reset het immuunsysteem.

Ook geestelijk tanken mensen bij in de natuur: we hebben minder stress een lagere bloeddruk en een betere hartritmevariabiliteit. Onze zintuigen worden verwend, want die zijn gewend aan de natuurlijke vormen, kleuren, geuren en smaken. Wij houden van fractalen: vormen die zichzelf herhalen en van groot naar klein gaan. Zoals de bladeren van varens. Ver weg kijken houdt onze ogen in conditie: als we alleen schermpjes zien, hebben we al gauw een leesbril nodig. Eenmaal in ‘stilte’, gaan we beter luisteren en komen zo meer in verbinding met de wereld om ons heen. En zelfs in het donker gaan we zien, als we ons ervoor openstellen. Onze zintuigen gaan beter samenwerken en we worden scherper. In de natuur valt veel te ruiken: zo schetst Schatteleijn naast bloemengeuren zelfs de geur van een zeehondenscheet, rottende kadavers en mierenzuur.

Naast de directe relatie tussen mens en natuur, verhaalt Schatteleijn ook over de immense kracht van andere soorten om hun omgeving gezond te maken. Van mieren tot lindes, van bevers tot klimop. Iedere soort draagt bij aan het welzijn van andere soorten. Behalve de mens, die daar nog wat van kan leren en dat gelukkig ook doet. Bijvoorbeeld door middel van biomimicry: het nabootsen van technieken uit de natuur, zoals de architectuur van termieten die in een hete woestijn nog een koel gebouw neer kunnen zetten. In Harare is door mensen op dezelfde manier een gebouw gemaakt dat zonder airconditioning kan fungeren. Ook roemt ze in dat opzicht bevers die ons gaan beschermen tegen droogte en voor 50% meer biodiversiteit zorgen door hun bouwwerkzaamheden. Wij mensen moeten net als andere wezens weer leren zuinig te zijn met energie en grondstoffen en een nieuwe verhouding vinden met onze ‘oude vrienden’, zoals ze de microben noemt waar we al ons hele menszijn mee verbonden zijn, maar met wie we nu de verbinding dreigen te verliezen. Door gif, natuurvreemde stoffen die ons omringen, monoculturen en een grote afstand tot de natuur. Op de

Nieuwe inzichten toepassen

De wetenschap rondom de heilzame werking van de natuur is inmiddels goed op gang gekomen, maar veel onderzoek komt nog uit het buitenland. In Nederland houdt onder andere Agnes van den Berg zich bezig met het onderwerp en wordt dan ook door Schatteleijn aangehaald. Van den Berg is omgevingspsycholoog en eigenaar van bureau Natuurvoormensen. Ze was de afgelopen tien jaar hoogleraar op het thema Natuurbeleving en Gezondheid aan de RuG. Ze heeft talloze onderzoeken gedaan, zoals naar de genoemde fractalen en waarom wij die vormen zo waarderen. Voor kinderdagverblijven ontwikkelde ze een teamtraining Babytuin: manieren om leidsters te verlokken meer met kinderen naar buiten te gaan. Voor de SZZ maakte ze een presentatie over bestaand onderzoek naar het verband tussen gezondheid en groen, waar veel aspecten van Schatteleijn ook in terugkomen.  Op de Dag van de zorglandbouw 7 oktober zal ze inzoomen op kansen die er volgens haar voor de zorglandbouw liggen.

Laura Minderhoud doet vanuit haar bureau Kind en Natuur een klein onderzoek op drie zorgboerderijen over hoe zij gebruik maken van de natuur en hoe dit nog beter kan. Ze was al bij zorgboerderij Kei in Wadenoijen. “Ik zag dat daar al heel bewust groen is ingericht: een binnentuin met tuincentrum planten, een uitheemse weide met wilde planten, bossages, verstophoekjes, een fijn zitplekje in de schaduw van een boom, een moestuin wat verder weg voor de conditietraning. De mensen die ik er trof maakten er allemaal goed gebruik van. Ik ben benieuwd wat ik verder aantref en zal ook de tips uit het boek Natuurzin een plek geven.” Zorgboerin Antoinette Bons vult aan: "We hebben wél een partytent en een open kapschuur, maar sinds het begin van de Corona-epidemie hebben we onze kantine niet meer gebruikt. Wij doen álles buiten en dat bevalt heel goed." Laura verzorgt een webinar tijdens de Week van de Zorglandbouw op 3 oktober van 16.00-17.00 uur, kom je ook?