Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) ingegaan. Deze wet verplicht het instellen van intern toezicht voor zorgboerderijen die zorg leveren vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) of de zorgverzekeringswet (Zvw) en dat doen met meer dan 10 zorgverleners. Vanaf 1 januari 2024 moet dit geregeld zijn. Zorgboeren die alleen zorg leveren volgens de Wmo en/of Jeugdzorg hoeven dit niet. Ook zorgboeren die volledig in onderaanneming werken via een inkooporganisatie met eigen zorgverlenend personeel hoeven dit niet, hun hoofdaannemer regelt dit dan.
Het intern toezicht moet bestaan uit drie onafhankelijke personen die minstens één keer per jaar meekijken naar de cijfers en meedenken over de ontwikkelingen. Meestal gaat het bij zorgboerderijen om deskundige vrijwilligers, maar bij grote instellingen zijn dit vaak betaalde functies. Volgens juriste Mirthe Maessen, die voor de Federatie de ontwikkelingen rondom intern toezicht in de gaten houdt en de belangen van de zorglandbouw hierin behartigt, is intern toezicht meer dan een verplichting. “Het kan je helpen in de ontwikkeling van visie en gezonde bedrijfsvoering. Omdat het toch moet zeg ik: maak er gebruik van!”
Intern toezichthouders zijn meestal al bekend met het fenomeen zorgboerderij. Soms worden ze in eigen kring gezocht. Dit is toegestaan zolang ze maar voldoende onafhankelijk zijn. Ze kunnen ook geworven worden via bijvoorbeeld de pool die de NVTZ heeft geregeld. Voor € 3500 (gereduceerd tarief voor zorgboeren) wordt er actief gematcht tussen de zorgboer en toezichthouders uit de pool totdat er 3 toezichthouders gevonden zijn. Voor kleine zorgboeren is dit nog steeds een groot bedrag, voor grote zorgboeren is het de moeite waard.
Kleine zorgboeren organiseren soms via hun koepel intern toezicht bij elkaar. Dit is toegestaan zolang de leden van de intern toezichthouder geen relatie hebben of hebben gehad met de betreffende zorgboerderij. Dat betekent bijvoorbeeld dat ze niet ook nog werken bij de concurrent, familie zijn of onlangs nog werkzaam waren bij de zorgboerderij. Om toezichthouder te zijn hoef je verder niet gekwalificeerd te zijn. “Maar het is wel verstandig mensen te vragen die van meerwaarde kunnen zijn voor je bedrijf”, zegt Mirthe.
Een ideale pool bestaat uit mensen die verstand hebben van financiering, zorg, kwaliteit en ontwikkeling. Mirthe: “Volgens de wet moet er eens per jaar worden meegekeken, maar je haalt er meer uit als je op drie ijkmomenten in een jaar om advies vraagt.” Toezichthouders die vrijwillig werken ontvangen meestal een reiskosten- en onkostenvergoeding en/of krijgen bijvoorbeeld een etentje als waardering voor hun inzet.
Het instellen van het intern moet opgenomen worden in statuten en een reglement voor intern toezicht. Op onze website vind je voorbeelden. Rechtspersonen zoals een BV, stichting of vereniging hebben daarbij een notaris nodig en moeten de leden van de intern toezichthouder ook bij de Kamer van Koophandel registreren. Voor eenmanszaken, maatschappen en VOF’s hoeft het niet via een notaris, maar moet het wel schriftelijk worden vastgelegd. De verantwoordelijkheden van een Intern toezichthouder staan in het reglement. Samengevat zijn Intern toezichthouders een steun in de rug en een kritisch klankbord bij het runnen van je bedrijf. Je blijft als zorgorganisatie echter zelf verantwoordelijk.
Mirthe houdt zich ook bezig met knelpunten rondom het intern toezicht en belangenbehartiging voor de Federatie. Een voorbeeld van zo’n knelpunt is dat het toezicht nu al verplicht is als meer dan 10 zorgverleners werken met maar één cliënt of deelnemer in de Wlz of Zvw, óók als de rest van de deelnemers daar niet onder valt. “Dat dwingt zorgboeren om voor één persoon al die moeite en kosten te maken. Het risico bestaat dat de zorg voor die ene persoon beëindigd wordt en dat er geen nieuwe Wlz of Zvw deelnemers kunnen komen.”
Dit soort kwesties maakt de Federatie samen met de andere brancheorganisaties voor kleinschalige zorg bekend bij de NVTZ, die de klachten bundelt richting het ministerie van VWS en het CIBG, waar de daadwerkelijke inschrijving van zorgverleners volgens de Wtza moet gebeuren. Bij een inschrijving van een vergunningsplichtige zorgaanbieder (dus Wlz en/of Zvw zorg bieden met meer dan 10 zorgverleners) zal het CIBG navragen of er intern toezicht is geregeld. Omdat naar verwachting veel zorgaanbieders wachten met het aanvragen van de vergunning tot de deadline van 1 januari 2024, verwacht Mirthe grote druk en vertraging aan het eind van het jaar. “Dat kan wel eens vervelende gevolgen hebben voor de financiering van Zorg in natura in januari. Bovendien mag je geen zorg meer verlenen als je geen vergunning hebt en je daar wel toe verplicht bent en riskeer je een boete. Dus ik zeg: “begin er meteen mee als je het nog niet geregeld hebt.”
Melden en vergunningen volgens de Wtza:
- Iedere zorgaanbieder die zorg verleent die valt onder de Jeugdwet, Wet langdurige zorg of de Zorgverzekeringswet moet zich melden als zorgaanbieder bij het CIBG.
- Zorgaanbieders met meer dan 10 zorgverleners die zorg leveren vanuit de Wet langdurige zorg of de Zorgverzekeringswet zijn vergunningsplichtig. Een vergunning vraag je aan bij het CIBG. Daarvoor gelden kwaliteitseisen, waaronder het hebben van 3 intern toezichthouders. Voor aanbieders van jeugdhulp geldt alleen de meldplicht.
In de Infotheek op de website vind je de Wtza informatie op een rij (wel even inloggen).