Terug naar Actueel

John Caubergh (58), directeur van de Coöperatie Limburgse Zorgboeren, is dit jaar als penningmeester toegetreden tot het bestuur van de Federatie. Hij heeft een bedrijfskundige achtergrond en werkte hiervoor bij de LLTB. Hij heeft hart voor de landbouw én voor de zorg en is naast zijn bestuurlijke functies nog Limousin koeien houder in de wijk Oud Caberg in Maastricht (zijn naam komt uit de streek, niet van de heuvel).

“Ik vind het mooi om nu ook landelijk iets voor de zorglandbouw te kunnen betekenen. Veel zaken spelen toch op dat niveau. Ik vind het mooi om vanuit het bestuur het kernteam te kunnen ondersteunen bij hun taken om de zorglandbouw goed op de kaart te houden en de belangen van de zorgboeren goed te behartigen in Den Haag. Het terugbrengen van de regeldruk blijft toch prioriteit 1. Andersom zijn er landelijke ontwikkelingen waar wij als zorglandbouw onze rol kunnen pakken, mits we het goed organiseren. We hebben veel oplossingen te bieden voor maatschappelijke vraagstukken. Zoals mensen ondersteunen bij langer thuis wonen en mantelzorgers ontlasten door het bieden van dagbesteding. In de jeugdzorg zijn lange wachtlijsten, en waar er minder de nadruk ligt op gesloten instellingen en meer op open instellingen, kunnen zorgboeren van betekenis zijn. Ze zijn vaak flexibeler in het bieden van maatwerk oplossingen. Er is geen afvink lijstje bij de voordeur, hoewel ze ook niet iedereen moeten aannemen. Vanuit CLZ weten we precies wie welke expertise heeft en kunnen dus goede matches maken. En soms is de gevraagde begeleiding ook niet voorhanden, dan moet je daar ook eerlijk in zijn.

En uiteraard kan een zorgboerderij ook niet oneindig groot worden. De kernwaarden vragen om kleinschaligheid, persoonlijke zorg. Je moet wel al je deelnemers bij naam kennen en iets over hen weten, en natuurlijk moet je je personeel goed kunnen managen, ook als het eens tegenzit. Als zorgboer blijf je het boegbeeld dus moet je ook regelmatig zichtbaar aanwezig zijn.

Als penningmeester ga ik me inzetten om voldoende financiële middelen te blijven genereren om de belangrijke taken die we te doen hebben goed uit te voeren. Ik vind het wezenlijk dat we expertise kunnen inhuren, zoals nu met de politieke lobby. En dat we schommelingen kunnen opvangen. Daar heb ik ook wel alle vertrouwen in met het bestuur en het kernteam wat er nu staat, en met de nieuwe directeur die er straks zal zijn komt het vast ook goed. En niet te vergeten met onze grote achterban van zorgboeren en regionale organisaties die in alle hoeken van het land zit en zo een uniek inkijkje geeft in wat er overal speelt.”