De afgelopen tijd werd er veel gesproken over het soort neus-mond-maskers dat zorgverleners zouden moeten dragen, naar aanleiding van zorgen over de Britse variant. Vanuit de beroepsvereniging van verpleegkundigen, verzorgenden en
verpleegkundig specialisten V&VN is er een leidraad gepubliceerd voor het maken van een afweging welk type masker er het beste gedragen kan worden. Bij het maken van de afweging wordt een inschatting gemaakt van het risico op basis van de frequentie, de tijdsuur en het aantal virusdeeltjes dat wordt uitgestoten (viral load).
Voor veel zorg op zorgboerderijen zal er in de meeste gevallen geen sprake zijn van langdurig contact en/of frequent contact binnen de 1,5 meter (zoals bij persoonlijke verzorging en/of verpleging) en dan is het in die gevallen niet nodig om zogenaamde FFP2-maskers te gebruiken. Mochten er gevallen zijn waarbij dat wel zo is, dan is het goed om in die situaties ter bescherming van de zorgmedewerkers wel een FFP2-maskers te gebruiken.
Naar verwachting zal het RIVM de richtlijn niet aanpassen. De argumentatie hiervoor is dat de huidige richtlijn de mogelijkheid biedt om op basis van professioneel inzicht van de richtlijn af te wijken en dus FFP2-maskers te gebruiken. Komende week wordt hierover nog wel met RIVM en Minister voor Medische Zorg Van Ark doorgesproken.
De kosten van een FFP2-maskers zijn hoger dan die van de andere maskers. Dit mag echter geen belemmering vormen als het gaat om de veiligheid van zorgmedewerkers. Om de extra kosten te compenseren kan een beroep worden gedaan op de bestaande meerkostenregelingen.
De leidraad van de V&VN vind je hier: www.venvn.nl
De richtlijn van het RIVM vind je hier: https://lci.rivm.nl