Paulien Rutgers van A.A.I. centrum De Klimop onderschrijft de knelpunten uit het Proeftuinen-project van het ministerie van OC&W. A.A.I. centrum De Klimop is een zorgboerderij voor specialistische jeugdhulpverlening waar sinds 2004 op basis van een integrale pedagogische visie schooluitvallers worden opgevangen en teruggeleid naar school. Paulien licht er twee knelpunten uit: financiering en inspectie.
“Er is regelmatig gesteggel over financiering. Dat komt door de twee los van elkaar staande geldstromen: één voor zorg en één voor onderwijs. Echter: bij schooluitvallers loopt dat niet zo gescheiden. De kinderen die zijn uitgevallen op school doorlopen de volgende fasen:
- Zorg in zorg
- Onderwijs in zorg
- Zorg in onderwijs en
- Onderwijs in onderwijs.
Financiering
“In fase 1, wanneer kinderen bij ons beginnen staat de zorg voorop. Dan is het logisch dat de begeleiding vanuit zorggelden betaald wordt. In fase 2 komen zorg en onderwijs meer naast elkaar te staan en krijgt het kind behalve zorg óók onderwijs op de zorglocatie. In deze fase vind ik het niet terecht als de onderwijsbegeleiding met zorggeld betaald wordt. Zeker niet als een kind staat ingeschreven bij een onderwijsinstelling die er geld voor krijgt, terwijl het kind full-time bij ons op De Klimop is. In fase 3 gaat het kind wel terug naar school, maar krijgt het op school begeleiding vanuit de zorg om dat in goede banen te leiden. Dan ligt de verantwoordelijkheid voor het onderwijs weer bij het onderwijs en kan de nabijheidbegeleiding op school vanuit zorggeld gefinancierd worden. Uiteindelijk zal het kind weer volledig naar school gaan en is onderwijs voorliggend. “
Inspectie
Daarmee komt Paulien bij het tweede knelpunt: de inspectie. “Fase 2 is dus de lastigste qua financiering, maar óók qua inspectie. Een boerderij is geen officiële onderwijsinstelling, dus mogen kinderen die onder de leerplicht vallen er volgens de wet geen onderwijs krijgen. De Varia wet uit 2018 heeft wel iets meer ruimte geboden voor onderwijs op een alternatieve locatie. Vanuit het Proeftuinen project wordt ook gekeken naar het mogelijk maken van alternatieve onderwijslocaties. Maar nu is het op veel plaatsen nog wel een probleem. Bij ons wordt het nu gelukkig gedoogd.”
Een kind ontslaan uit de leerplicht om dit probleem op te lossen, is volgens Paulien het laatste wat we zouden willen. “Dat ontslaat een school van de zorgplicht voor een leerling en je loopt het risico dat geen onderwijsinstelling de leerling nog aan wil nemen, terwijl wij hebben aangetoond dat heel veel leerlingen op den duur prima terug naar school kunnen. Sowieso leert ieder kind, zijn er altijd ontwikkelingen. Die wil je maximaal ondersteunen, dus school is een onmisbare schakel. Eigenlijk kan onderwijs niet zonder zorg en zorg niet zonder onderwijs.”
Eén pot
Wat betreft de financiering ziet Paulien het liefst dat één pot wordt gemaakt voor het terugleiden van een kind naar het onderwijs of het ondersteunen van kinderen die dreigen uit te vallen, maar nog wel op school zitten. “Dat betekent in het begin vooral zorg en geen onderwijs, en aan het eind vooral onderwijs met nog een beetje ondersteunende zorg.”
Nu lost ze het financieringsvraagstuk veelal op door voor scholen een programma op papier te zetten waarmee de besteding van onderwijsgelden is gelegitimeerd. “Dat werkt in sommige gevallen, maar in andere gevallen niet. Soms heb je bijvoorbeeld scholen die voor een arrangement een leerkracht op locatie financieren of meebetalen aan de leerkrachten die bij ons in dienst zijn. Dat zijn de goede afspraken. Soms hebben we te maken met een school die echt niet weet hoe het aan te pakken of uit angst voor de inspectie met de hakken in het zand gaat. Dan lukt er niks.”
Praten over geld lastig
“Ik merk dat praten over geld in onderwijsland een lastige kwestie is. Scholen komen al vaak geld te kort. Voor mij is het een principekwestie. Als een kind al twee jaar niet naar school gaat, maar de school krijgt daar wel geld voor, dan klopt er volgens mij iets niet. Wij vragen echt niet meer geld dan de school krijgt, maar ik vind wel, dat die gelden op het moment dat een leerling ook daadwerkelijk onderwijs bij ons krijgt, naar ons toe horen te gaan.
Voordat de zorg bij gemeentes kwam te liggen, had leerplicht een eigen potje voor schooluitvallers. Daarvan huurde de leerplichtambtenaar ons gewoon in en stuurde daarnaast ook een rekening naar de school. Nu zie ik discussies tussen samenwerkingsverbanden en gemeenten en lijkt het een stuk lastiger, hoewel de transitie van de zorg naar de gemeenten er ook voor gezorgd heeft dat méér schooluitvallers worden geholpen.
Gemeenten willen, omdat ze zien dat schooluitvallers echt zorg nodig hebben, soms wel alles uit zorggeld betalen, maar dat vind ik persoonlijk onterecht. Ik zit daarom regelmatig met samenwerkingsverbanden en bovenschoolse besturen om tafel om te praten over geld. Ook wordt er op bestuurlijk niveau overleg gepleegd. Uiteindelijk hopen we gewoon met zijn allen dat met de bevindingen uit de proeftuinen de knelpunten opgelost kunnen worden.”
Zie elders op deze website een overzicht van meer info over de onderwijs-zorgboerderij.