Terug naar Actueel

Maarten: ““Ik heb besloten te gaan stoppen als directeur van de Federatie Landbouw en Zorg, per 19 april. Dat doe ik met pijn in mijn hart, want ik ben erg aan de zorglandbouw verknocht. Toch werd het steeds lastiger om het werk te combineren met alle andere dingen die ik doe en nog wil doen bij mijn andere werkgever, de Noaber Foundation, en op privé vlak.
En, net als bij bestuurders, is het ook goed om na een bepaalde periode vers bloed in te brengen. Gelukkig gaat het goed met de Federatie, en staat er een topteam om het werk voort te zetten en weer nieuw perspectief te geven. Ik heb daar het volste vertrouwen in.
Het bestuur is samen met het kernteam van de Federatie bezig om de weg naar een nieuwe directeur in te zetten, en hoopt tijdens de najaars-ALV een voorstel te kunnen doen voor mijn opvolging en de bijpassende puzzel voor het hele team. Met vertrouwen kan ik zeggen dat Anouk Hafkamp in de tussentijd mijn taken waarneemt en hierin de rugdekking van het bestuur heeft.
Ik wil jullie, de regionale organisaties, het bestuur, het team en de vele andere mensen in en rond de zorglandbouw nu alvast bedanken voor het gestelde vertrouwen. Ik heb mijn best gedaan om de Federatie dienstbaar te laten zijn aan het mooie werk wat jullie doen. De sector is ongelooflijk mooi, innovatief, maatschappelijk ondernemend en zorgzaam; en dat laatst kon ik ook zelf aan den lijve ondervinden als het werk even pittig was en jullie mij een hart onder de riem staken of bijsprongen.
Als Federatie hebben we de sector kunnen versterken qua invloed op wet- en regelgeving, de professionalisering mét behoud van unieke kernwaarden en het beeld van de sector in beleid en politiek. Ook is er nu een Academie met opleidingen. Wat jullie altijd hebben laten zien is over veerkracht te beschikken. Vooral tijdens corona heeft het me verbaast. We zijn er nog niet, en er zijn nog veel teveel regels en wetten die meer last dan maatschappelijke winst opleveren, maar we zijn op de goeie weg. Samen, buiten, en gewoon. Het ga jullie goed!”

Maarten Fischer