In de periode mei 2021 t/m mei 2022 heeft een projectteam van BMC in opdracht van de ministeries van OCW en VWS vijftien geselecteerde proeftuinen onderwijszorgarrangementen (OZA’s) begeleid. Het doel hiervan was het verbeteren van het ontwikkelingsaanbod op het gebied van onderwijs en zorg voor kinderen met een specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoefte, die op dit moment binnen de onderwijs- en zorgstelsels niet of onvoldoende bediend worden. Hiervoor werd gekeken naar ruimte in bestaande wet- en regelgeving.
In een nieuwe fase krijgen 80 onderwijs-zorgarrangementen de ruimte om buiten wettelijke kaders ervaring op te doen. Drie onderwijs-zorgboeren doen er al aan mee. Wil je hier ook nog aan meedoen? Kom dan naar de online informatiesessie op woensdag 24 mei van 16-17 uur, meld je hier aan. Of meld je rechtstreeks via mail bij Peter Hulsen van BMC of bel hem op 06-11882660 , hij kan je helpen de aanvraag rond te krijgen. Voor een deelnemende OZA zijn naast de zorgaanbieder ook school, gemeente en samenwerkingsverband nodig. De school is de hoofdaanvrager, maar een procesbegeleider zoals Peter kan de partijen bijeen brengen.
Proeftuinen ervaring begeleider
Peter Hulsen van BMC heeft diverse OZA’s begeleid binnen het project. Hij was niet zozeer actief bij zorgboerderijen maar wel bij andere alternatueve vormen van onderwijs. Hij geeft aan dat het erg belangrijk is dat onderwijs zorgboerderijen aan kunnen tonen dat ze van tevoren over zaken hebben nagedacht, dat ze de verbinding zoeken met het 'officiële' onderwijs en dat ze in de beleefwereld van de andere partners kunnen stappen. “In Nederland vinden we dat onderwijs onder het gezag van een erkende school moet plaatsvinden, en wat school is, is vrij vast omlijnd. Voor specifieke doelgroepen met een specifieke hulpvraag is er echter veel mogelijk. Een vaste vereiste voor individuele leerlingen is dat een school verantwoordelijk is en blijft. Om een onderwijszorgvoorziening te worden, moet de locatie onder het gezag van een school vallen. Dit blijkt nog wel eens een struikelblok, maar er zijn vormen denkbaar waarin samenwerking mogelijk is. In deze fase blijkt het regelen van toestemming dan ook nog mensenwerk. Daarom adviseren wij een neutrale procesbegeleider te betrekken. Onderwijs-zorgboeren zijn heel goed in het helpen van kinderen vanuit het kind, en zijn erg lenig in het meebewegen naar alle instanties. Instanties willen weten waar ze voor tekenen, dus het is belangrijk dit soort zaken af te bakenen.”
Peter biedt onderwijs-zorgboeren die nog mee willen doen in de experimenteerfase zijn hulp aan. “Een OZA bewerkstelligen is intensief, en soms is er in een proces even een kink in de kabel, maar het is jammer als daardoor de ruimte onbenut wordt.” Inderdaad bleek uit eerdere bijeenkomsten dat OZA’s niet verder kwamen omdat er personele uitval was bij een van de benodigde instanties.
Proeftuinen ervaring deelnemer
Driesje Boeve van Natuurkr8 heeft meegedaan aan de Proeftuinen onderwijszorgarrangementen en gaat mee in de Experimenteerfase. “Het is dé manier om samen met de overheid te kijken naar maatwerkoplossingen binnen onderwijszorginitiatieven. Het kost wel veel tijd, maar het is zó belangrijk dat alle kinderen zich kunnen ontwikkelen. Voor sommige kinderen is het erg moeilijk om tot ontwikkeling te komen binnen het schoolse systeem. Deze kinderen hebben wat anders nodig, maatwerk vanuit onderwijs en zorg.”
“Wat het project Proeftuinen mij gebracht heeft? Ik heb er ontdekt dat er veel initiatieven zijn zoals Natuurkr8 die op dezelfde manier naar kinderen kijken. Deze initiatieven hebben met elkaar gemeen dat ze out of the box denken en kijken naar de mogelijkheden om talenten te laten ontwikkelen. Dat was fijn om te ervaren, ik doe het niet alleen. Het is vooral kijken naar: Hoe komt dit kind wel tot ontwikkeling en wat is daarvoor nodig?
Bij Natuurkr8 zien we veel kinderen met complexe zorgvragen. We zijn licentiehouder van de methodiek van Geef me de 5, dus bij ons zie je redelijk veel kinderen met autisme, maar vaak is de zorgvraag complexer dan alleen het stukje autisme. Elk kind heeft een andere behoefte en onderwijs/zorgvraag.
Doel van de Proeftuinen was om de niet bekende maar wel bestaande ruimte binnen bestaande wet- en regelgeving aan te geven. Volgens Driesje is er niet genoeg ruimte binnen de bestaande wet- en regelgeving, juist omdat het om zulke complexe zorgvragen gaat. “Wel heb ik geleerd vanuit de verschillende belangen te beredeneren. Elke partij heeft zijn eigen pet op en het heeft meerwaarde om die verschillende petten te erkennen en daar begrip voor te hebben. We hebben hiervoor ontwikkeld, waardoor duidelijkheid ontstaat voor alle partijen. Je omschrijft dan de vraag van een kind vanuit verschillende invalshoeken.”
“Ik heb geleerd dat we niet alleen moeten doen, maar ook moeten vertéllen en moeten laten zien wat we doen. Dat geeft ruimte, begrip en helderheid voor de ander. We geven nu vrij regelmatig rondleidingen en presentaties (voor zover onze tijd dat toelaat) aan mensen uit de gemeente, samenwerkingsverbanden, uit de zorg of uit het onderwijs om uit te leggen waar we mee bezig zijn en wat onze visie is. De aanbeveling van het vast omlijnen van je doelgroep neemt Driesje niet al te letterlijk. “Mijn doelgroep bestaat uit de kinderen die in het schoolse systeem vastlopen. Geen kind is hetzelfde, dus het is niet heel zinvol om je -bijvoorbeeld- alleen op autisme te richten. Er is geen blauwdruk voor het kind dat vastloopt binnen het onderwijs, het is vooral van belang om maatwerk te bieden. Met wel bepaalde uitgangspunten; je werkt professioneel in een prikkelarme omgeving met dieren en natuur, waarbij de belastbaarheid van het kind leidend is.”
Driesje snapt dat de Experimenteerruimte nog maar voor de helft is benut. “Wij waren er zonder extra hulp ook niet uitgekomen. De school vraagt het aan, maar naast ons is daarbij ook het samenwerkingsverband en een gemeente nodig. Een pittige klus om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen, waar dat al jarenlang het knelpunt is.” Op dit moment is het nog steeds mogelijk om mee te doen aan het experiment onderwijszorgarrangementen. “Het is heel belangrijk dat er zoveel mogelijk ruimte wordt benut de komende jaren. In het belang van de kinderen die vastlopen, terwijl ze zoveel prachtige talenten hebben.”