Buiten Gewoon Leren Plus (BGL+) is een nieuw onderwijszorgarrangement in Purmerend/Waterland, dat beschikbaar is voor jongeren in de leeftijd vanaf 11 jaar wier ontwikkeling op school dreigt te stagneren, of die school dreigen te verlaten of reeds verlaten hebben en waarvoor geen passend onderwijs kan worden gevonden en aangeboden.
Het arrangement ontstond vanuit een samenwerking met stichting Landzijde, een organisatie waar 117 zorgboeren bij zijn aangesloten, en de Martin Luther Kingschool, een onderwijsinstelling voor speciaal onderwijs en speciaal voortgezet onderwijs in Purmerend. Zorgboerderij Hartog -aangesloten bij Landzijde- zag steeds meer jongeren komen voor dagbesteding vanuit onderwijs en jeugdzorg. De Martin Luther Kingschool zag steeds vaker kinderen/jongeren die moeite hebben met de schoolse omgeving en bij wie, ondanks alle bijzondere aandacht, de ontwikkeling dreigde te stagneren. Beide organisaties sloegen de handen ineen en zetten een onderwijs-zorgarrangement op de zorgboerderij op, in samenspraak met de gemeentes Purmerend en Edam/Volendam. Hier is nadrukkelijk het streven kinderen weer terug naar school te leiden.
Effecten onderzocht
Na een jaar startte er een onderzoek naar de effecten van Buiten Gewoon leren Plus onder leiding van Jan Hassink van Wageningen University & Research en Jan Willen Veerman van de Radboud universiteit. Het onderzoek naar de effecten van het onderwijs op de zorgboerderij toont aan dat leerlingen die uitgevallen zijn op school, vooruitgang boeken op de boerderij. Ze krijgen een betere werkhouding en leren sociale vaardigheden, vanuit de rust en structuur die een boerderijomgeving biedt.
De kinderen van 11-13 jaar hebben zonder uitzondering op school en soms ook thuis een optelsom aan negatieve ervaringen opgedaan. Ze kunnen de lessen vaak niet goed volgen, kunnen cognitief en sociaal niet goed mee in de klas, worden steeds minder geaccepteerd, uiten zichzelf niet en vertonen verveeld en vervelend gedrag. Sommige hebben een licht verstandelijke beperking, autisme en/of ADHD. Op de boerderij kregen ze van september 2020 tot juni 2021 een intensief traject aangeboden met veel één op één begeleiding. Ze deden er afwisselend schools werk en boerderij-activiteiten, aansluitend bij hun interesses. Het terloops leren werd geïntroduceerd: leren door te doen. Ook was er veel aandacht voor emotie-regulatie en groepsdynamiek. Na het jaar gingen op een leerling na alle leerlingen weer terug naar school.
Ouders en de boerderijleerkracht vulden voor het onderzoek aan het eind van het jaar vragenlijsten in. Daarnaast waren er interviews met leerlingen en ouders. Om meer inzicht te krijgen in het proces van verandering en het belang en de inzet van specifieke activiteiten voor elke leerling is in juni 2021 door de beide onderzoekers een reflectieoverleg gehouden met de leerkracht, zorgboer en onderwijsassistenten op de boerderij.
Meeste vooruitgang op sociaal-emotioneel gebied
Jan Hassink: “De meeste vooruitgang werd geboekt op sociaal-emotioneel gebied. Bij bijna alle leerlingen zijn de sociaal-emotionele vaardigheden en werkhouding toegenomen (8 van de 9) en bij 7 leerlingen het zelfvertrouwen. Bij 6 leerlingen zijn er verbeteringen in gezin en opvoeding. Op het gebied van schoolvaardigheden laten 5 leerlingen een positieve verandering zien.
Jan Hassink ziet het volgende gebeuren op de boerderij: “De leerling komt op de boerderij en ervaart dat dit geen traditionele schoolomgeving is. Dit zorgt ervoor dat er niet meteen weerstand ontstaat, maar rust. Door die rust kunnen de leerkracht, de boer en andere begeleiders een vertrouwensband opbouwen met een leerling. Dit geeft een gevoel van veiligheid en biedt een basis om vanuit de interesses van de leerling aan het werk te gaan.
De boerderij-omgeving biedt een scala aan schoolse en niet-schoolse mogelijkheden om die interesses vorm te geven. Hierdoor wordt de leerling gemotiveerd tot zinvolle activiteiten. Van daaruit kunnen er zinvolle doelen gesteld worden, waarvoor vooral praktische vaardigheden en sociale vaardigheden nodig zijn om die te bereiken, en waarbij haast terloops ook schoolvaardigheden aan de orde komen.
Al doende leert de leerling geconcentreerd en zelfstandig te werken. Hierdoor ontstaat een positieve werkhouding en krijgt hij of zij meer zelfvertrouwen. Dat maakt het ook mogelijk expliciet met schoolse taken en andere lesjes aan de slag te gaan. Daarbij gaat het niet alleen om boerderij-activiteiten. Voor sommige leerlingen zijn de dieren belangrijk of het werken in de tuin en de klussen op de boerderij. Andere leerlingen hebben interesse in programmeren, houtbewerking of elektra.
Leerkracht en boer goede combinatie
De combinatie van een leerkracht en een boer met aanvullende ondersteuning van andere begeleiders is een belangrijke voorwaarde om aan te kunnen sluiten bij de interesses van iedere leerling en een goede match te maken met wat er op de boerderij mogelijk is. Het voordeel van de korte lijntjes, kleinschaligheid en rijke context is volgens de leerkracht dat je veel flexibeler en sneller wat kunt inzetten dan op school. Het in de praktijk leren werkt voor deze leerlingen beter dan in school, omdat leerlingen dan concreet de noodzaak inzien van het kunnen lezen en rekenen.”
Onderzoekstermen
Bovenstaande kan in onderzoekstermen samengevat als: De onderzoekers brachten in beeld welke context en aanpak (structuur en inhoud) nodig was voor de leerlingen, welke intermediaire uitkomsten het gaf en wat voor einduitkomst. Zo blijkt een goede samenwerking van gemeente, school en hulpverlening een onderdeel van de context, en de groene boerderijomgeving met digitale leermiddelen en praktisch werk de aangeboden structuur waarbinnen de successen konden plaatsvinden. De inhoud die bijdroeg aan een verbeterde werkhouding en groeiend zelfvertrouwen bestond uit het laten opdoen van succeservaringen, de afwisseling van school- en boerderijwerk en veel aandacht voor de groepsdynamiek. De onderzoekers willen tijdens een terugkomdag met de leerlingen samen terugblikken op het langere termijn effect.
Uitbreiding project
Inmiddels is het project voor 3 jaar verlengd en gaan de partijen (Landzijde, ML Kingschool en de gemeenten) in die tijd onderzoeken hoe BGL-Plus onderdeel van het structurele aanbod kan worden en of uitbreiding naar meerdere boerderijen gewenst is.