Vanaf 1 maart 2022 kunnen werkenden en werkzoekenden een scholings- of ontwikkelingsbudget aanvragen van € 1.000,-. Dit kan via het zogenaamde STAP-budget De afkorting STAP staat voor STimulering Arbeidsmarkt Positie. Deze regeling komt in plaats van de mogelijkheid om scholingskosten bij de aangifte inkomstenbelasting af te trekken. Je mag per persoon 1 keer per jaar gebruik maken van het STAP-budget. In deze korte video wordt het STAP-budget in het kort uitgelegd.
Voorwaarden:
Om voor de regeling in aanmerking te komen moet er aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
- De training, cursus of opleiding moet zijn opgenomen in het STAP-scholingsregister.
- Je moet minimaal 18 jaar zijn en de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt.
- Je moet EU-burger zijn of partner van een EU-burger.
- Voorafgaand (voor de exacte periode zie de Vraag & Antwoord) aan de aanvraag moet jeminimaal 6 maanden verzekerd zijn voor de volksverzekeringen (zoals de AOW)
Hoe werkt het?
Elk jaar stelt de overheid een STAP-budget beschikbaar. Voor 2022 is dit 160 miljoen. Dit bedrag wordt gefaseerd vrijgegeven. In 2022 zijn er 5 tijdvakken waarin het budget kan worden aangevraagd: 1 maart, 1 mei, 1 juli, 1 september en 1 november.
Het STAP-budget kan digitaal worden aangevraagd via het STAP-portaal van UWV. Voordat je de aanvraag indient moet je je ingeschreven hebben bij de opleiding. De opleider moet namelijk een STAP-aanmeldingsbewijs afgeven dat je moet toevoegen als bijlage aan je aanvraag. Daarnaast moet de startdatum van de opleiding minimaal 4 weken na de aanvraagdatum liggen en moet de opleiding binnen 3 maanden na sluiting van het aanvraagtijdvak starten. Voor het indienen van de aanvraag heb je naast het STAP-aanmeldingsbewijs je DigiD nodig.
Na je aanvraag ontvang je uiterlijk binnen 4 weken een beslissing op je aanvraag. Als het budget wordt toegekend wordt dat rechtstreeks aan de opleider betaald. Is de opleiding duurder dan € 1.000, dan betaal je de rest van het bedrag zelf.
Meer informatie
Meer informatie en antwoord op de meest gestelde vragen vind je in het document van de rijksoverheid.