Net als de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft ook de Federatie Landbouw en Zorg bij het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) aandacht gevraagd voor de samenloop van verschillende vertrouwenspersonen. Dat betekent dat er verschillende vertrouwenspersonen zijn voor verschillende deelnemers, wat verwarrend kan zijn en veelal dubbel werk en dubbele communicatie oplevert. Naar aanleiding van een toezichtsrapportage van de IGJ is VWS een ontwikkeltraject gestart waaraan ook de Federatie heeft deelgenomen.
In het traject hebben wij ervoor gepleit de onafhankelijke vertrouwenspersoon voor deelnemers niet per doelgroep apart en/of niet in aparte wetten op te nemen, maar te gaan voor één centrale vertrouwenspersoon waar alle deelnemers terecht kunnen. Door de manier waarop de wetgeving nu is opgesteld, moeten aanbieders die domein overstijgend werken en verschillende doelgroepen bedienen, zich voor elke doelgroep aan aparte regels houden voor wat betreft het regelen van vertrouwenspersonen.
Daardoor zijn bepaalde vertrouwenspersonen wel beschikbaar voor de ene doelgroep (b.v. jeugd of de vertrouwenspersoon Wzd) maar niet voor de andere doelgroepen. Voor elke doelgroep moet er dus apart gecommuniceerd worden en moeten er apart afspraken gemaakt worden. Wij hebben VWS duidelijk gemaakt dat dit ons inziens efficiënter en klantvriendelijker kan door te zorgen dat alle cliënten bij één en dezelfde vertrouwenspersoon terecht kunnen (die waar nodig zorgt voor een warme overdracht).
Helaas kregen we niet veel steun van andere partijen (omdat zij vaak niet domein overstijgend werken en daardoor de noodzaak niet herkennen?) en heeft VWS geconcludeerd dat de omvang van eventuele verwarring rondom de samenloop van functionarissen beperkt is en dat er geen grote knelpunten aan te wijzen zijn die cliënten tegenhouden om ondersteuning te krijgen van de betrokken functionarissen.
Gelukkig wordt in de conclusie wel benadrukt, dat het goed is dat er in de praktijk flexibiliteit blijft om praktische afspraken te maken bij samenloop. Wat daarin voorop moet staan is dat cliënten niet gehinderd worden in de toegang tot vertrouwenspersonen en de klachtenfunctionaris en dat zij goed worden geïnformeerd over de mogelijkheden van ondersteuning vanuit de verschillende functionarissen. Daarbij is het mogelijk om bij samenloop met één aanspreekpunt te werken zodat het helder en overzichtelijk blijft voor cliënten.
Inmiddels is het resultaat van het ontwikkeltraject aangeboden aan de eerste en tweede kamer. Hier kun je deze stukken vinden en nalezen.