Dries de Moor, hoofddocent HAN Social Work, is gestart met een promotieonderzoek naar opvattingen van deelnemers en begeleiders over kwaliteit van leven op de dagbesteding van zorgboerderijen. Als onderzoeker bij het Lectoraat Ethiek van Verbinding met Mensen met een Verstandelijke Beperking, heeft hij hiervoor een vierjarige promotiebeurs toegekend gekregen.
Op eigen initiatief
Het idee kwam van hemzelf. “Ik ben al geïnteresseerd in opvattingen over kwaliteit van leven van mensen sinds ik zelf werkte in de maatschappelijke opvang. Ik ben opgeleid als sociaal pedagogisch hulpverlener met een creatief profiel. Daar ziet men het bevorderen van zingeving, creativiteit en diversiteit als een krachtig middel tot herstel en voor het verkrijgen van een positief wereldbeeld.
Wat maakt ieders daginvulling nu werkelijk betekenisvol? En waarom lijken bepaalde vormen van dagbesteding, zoals die op zorgboerderijen, van nature zoveel te bieden te hebben?
Mee kunnen doen
Ik vermoed, dat het voor de deelnemers te maken heeft met mee kunnen doen in een bepaalde veilige luwte. Dit is heel anders dan meedoen in onze gejaagde, overprikkelde samenleving. Daarom wil ik de dagbesteding op de zorgboerderij nader bestuderen. Welke betekenis geven deelnemers aan wat een goed leven is? Hoe werken zij daaraan? En hoe verhoudt zich dat beeld tot de maatschappelijke norm?
(Te)veel nadruk op werk
We leggen in onze liberale participatiemaatschappij veel nadruk op het hebben van werk en het volgen van reguliere scholing. Op zorgboerderijen voelen deelnemers zich vaak gewaardeerd, omdat ze mee kunnen doen, nuttig werk verzetten. Dat past bij onze maatschappij-visie. Tegelijk voelen deelnemers zich buiten de zorgboerderij niet gewaardeerd, omdat ze geen ‘echt werk’ doen. Zorgboerderijen hebben het stigma er alleen te zijn voor mensen met een verstandelijke beperking, of voor als je niks anders kunt.
Stigma
Dit komt deels door de financieringsstromen met een scheiding tussen Jeugdzorg, WMO en Wlz. Ze zijn alle drie niet helpend. Bij de WMO en Jeugdzorg ligt er van tevoren al nadruk op het uitstromen, terwijl voor sommigen de zorgboerderij het eindpunt is. En met Wlz heb je meteen het stigma dat je er nooit meer vanaf komt. Tegelijk kunnen zorgboerderijen ook plekken zijn, waar mensen weer lekker in hun vel komen en vervolgens uitstromen naar betaald werk. Dat geldt bijvoorbeeld voor de doelgroepen GGZ of jeugd. Hier mag meer aandacht voor komen.”
Deelnemers geïnterviewd
Voor zijn promotie-onderzoek aan de Radboud Universiteit heeft De Moor literatuuronderzoek gedaan en zestien deelnemers op vijf zorgboerderijen van onder andere de coöperatie Boer en Zorg geïnterviewd. Vragen gingen over wat voor hen een goed leven en een zinvol bestaan is, en hoe dit vorm krijgt op de zorgboerderij. Ook hebben de deelnemers een creatieve verbeelding gemaakt van hun visie, en deze met elkaar gedeeld en besproken.
Missie gaat verder
De data-analyse die de onderzoeker op de interviews uit gaat voeren, zal voor de zomer klaar zijn. In mei 2023 volgt de promotie zelf als alles goed gaat. Daarna is De Moor’s missie nog niet volbracht. “Ik wil vervolgens graag met de Federatie en met zorgboeren meedenken over kwaliteit van leven op de zorgboerderij én andere plekken voor dagbesteding. Deze kennisdeling met elkaar is ook heel belangrijk voor de HBO-opleidingen, omdat er ook behoorlijk wat van onze studenten op zorgboerderijen (komen te) werken.
Daarnaast draag ik graag mijn steentje bij aan het debat over werk als doel, in plaats van als middel tot iets anders. Zouden we met een basisinkomen niet veel gelukkiger zijn? Hoe divers of: inclusief als je wilt, kan onze samenleving zijn in de huidige omstandigheden en heersende arbeidsmoraal?”