Patrick Vinkenvleugel van Het Liessenhuus uit Breedenbroek en Elte-Jan Visser van het Kwaliteitsbureau trokken in juni samen op de motor naar Noorwegen. Ze maakten van hun vakantie een studiereis, om te ontdekken hoe zorgboeren daar omgaan met de discrepantie die er soms is tussen contact en contract.
In Noorwegen zijn de zorgboeren georganiseerd vanuit het ministerie van Landbouw, die de organisatie Inn på tunet heeft opgericht waar zowel het kwaliteitssysteem als 384 zorgboeren onder vallen. Via de website https://innpatunet.no/ schreven Elte-Jan en Patrick zorgboerderijen aan om te bezoeken, maar kregen geen antwoord. “Er was nog geen contact”, concludeert Elte-Jan achteraf.
De heren, die elkaar kennen als ‘buren’ uit de Achterhoek, lieten het er niet bij zitten en sprongen toch op de motor. “We zijn gewoon met een stapel adressen op pad gegaan.” In drie gevallen bleken de zorgboeren buitenshuis te werken doordeweeks en konden ze weer rechtsomkeert maken. In een enkel geval was er wel activiteit doordeweeks en gelukkig zaten er ook weekenddagen in de reis. In totaal zagen ze zo toch nog twee zorgboerderijen in bedrijf.
De heren werden hartelijk ontvangen. “Zonder uitzondering waren de mensen vriendelijk en gastvrij. Sommigen namen uren de tijd voor ons. Ze deelden de ervaring van hard werken. Een zorgboer vertelde dat ze naast haar zorgboerderij nog een accountant bedrijf runt om te kunnen bestaan. Na ons late avondbezoek, moest ze daarna nog aan het werk. Hun dagen zijn goed gevuld, zowel met zorg als met banen die ze naast de zorgboerderij hebben.”
Doordat het in Noorwegen qua organisatie anders is ontwikkeld dan in Nederland, houden ze de kern van de zorglandbouw beter vast, was de waarneming van zowel Elte-Jan als Patrick. “In Nederland zijn we erg zorg-georiënteerd geworden. Waarbij procedures en contracten soms leidend zijn geworden, in plaats van het contact. “En wat ons ook opviel was dat in Noorwegen de dagbesteding sterk vervlochten was met het boerderijwerk en jaargetijden (zomer lang licht, winter lang donker), Samen echte arbeid verrichten en daarbij leren, dat staat er centraal. Net als het vieren van de zomer met haar lange dagen.”
“Wij hebben geprobeerd vanuit het contact maken verhalen te horen en zo onderzoek te doen”, zegt Elte-Jan. “We maakten indruk op onze motoren, dat trok meteen de aandacht. Dan rustig afstappen en uitleggen wat we kwamen doen, kon rekenen op een hartelijk ontvangst. We moesten wel lachen, want soms dachten kinderen dat we uit de lucht waren gekomen, zo plotseling stonden we daar. Natuurlijk lieten we de kinderen die we zagen ook even op de motor zitten. Dat maakte meteen veel goed.”
Ze zagen twee verschillende bedrijven met verschillende doelgroepen. “We zijn op twee paarden bedrijven geweest waarvan één nauw verbonden is met een schapenboerderij en hebben lang gepraat met een vrouw die in de zorg en op een school werkt en mogelijk een zorgboerderij gaat beginnen in de toekomst. Op beide plekken waren er jeugd en jongvolwassenen. Ze geven daar ook onderwijs op de boerderij. Met dezelfde leerdoelen als op school, maar zonder schriftjes. Gewoon schrijven in het zand, tellen met steentjes en met paardenkoekjes. Dat was heel bewust: ze willen dat de kinderen open blijven voor leren, en sommigen klappen anders meteen dicht.”
Patrick: “Als we dan een paar uur op de zorgboerderij hadden doorgebracht, stapten we op de motor en konden we via onze oortjes nog napraten terwijl we naar de camping reden. Dat was mooi om te doen.”
Terwijl Elte-Jan vanuit zijn werk voor het Kwaliteitsbureau keek, was Patrick bezig met de Sorgcirkels van CBZ Sorg (regionale samenwerkingsverbanden binnen de zorg) en voor zijn eigen zorgboerderij en innovatie- en adviesbureau. “Dat leverde leuke gesprekken op”, vertelt Elte-Jan. “Mensen zien mij als het kwaliteitssysteem waarvoor ze dingen moeten doen. Oftewel: ik ben degene die vindt dat iets moet. Maar dat is natuurlijk helemaal niet zo. De onderwerpen die strategisch van belang zijn, hebben we samen bepaald. Mijn missie is om nog meer te laten zien wat het de zorgboer kan brengen, in open gesprekken dat op tafel leggen. Waarom doen we dingen en vinden we dat ze moeten?”
Ook in Noorwegen hebben zorgboeren kwaliteitseisen waaraan ze moeten voldoen. “Hier heeft het ministerie een kwaliteitssysteem met een protocollenlijst, dat de minimale vereisten vaststelt. Daar omheen hebben zorgboeren hun eigen invulling. De manier waarop er resultaten worden geboekt is heel vrij. Daar zouden we in Nederland meer naar terug moeten. Laat ieder zo veel mogelijk bij zijn eigen werkzame werkwijze blijven, wat bij het bedrijf en de persoon van de zorgboer en zijn deelnemers past. Daar moet je als ondernemers dan bij blijven, daar zit je kracht”, zegt Elte-Jan.
Nu is er net een jaar geleden in Nederland het kwaliteitskader gelanceerd met de kernwaarden, hier heeft Elte-Jan ook in meegedacht. “Daar sta ik ook nog steeds achter, want de kernwaarden geven de mogelijkheid je eigen kernthema’s te pakken. Je kunt het systeem gebruiken om jouw dingen te laten zien en te omschrijven waarom je doet wat je doet. Zoals ook gebeurt in de jaarverslagen. Erover vertellen en willen leren is het belangrijkste. Ook in Noorwegen zagen we deze kernwaarden terugkomen.”
Even stil staan bij wat je doet, is ook belangrijk. Elte-Jan: “Dat deden wij door er even uit te gaan. Even van een afstandje te kijken naar wat je doet, en hoe het anders kan.” Patrick: “Mijn conclusie is dat je van contact naar contract moet gaan, en dan weer naar contact. Dat is een blijvende cirkel, want contacten en contracten veranderen steeds.”
Ook in Noorwegen moeten zorgboeren hard werken om hun succesverhaal uit te dragen. “Zij krijgen pas erkenning en financiering nadat ze een succesverhaal hebben neergezet. Dat is bij ons iets beter, maar hier word je soms ook ineens teruggeworpen. Bijvoorbeeld als een aanbesteding verandert. Dan moet je blijven investeren in het contact en ook in het contract. Je moet blijven vertellen en laten zien wat je doet”, zegt Patrick.
Door de leuke bezoekjes is er inmiddels ook met de directeur van Inn på tunet contact. “Daar hebben we nu een online afspraak mee gemaakt, om van elkaar te leren”, zegt Elte-Jan. Ze raden andere zorgboeren aan ook eens zo’n spontane reis te maken. “Het werkt heel verfrissend, nog meer dan een gearrangeerde reis. Nu moesten we zelf contact maken, wat tot mooie gesprekken leidde.”