In 2024 brachten FLZ en BVKZ een statement naar buiten.
Het statement vind je hier terug.
Statement
Vanuit FLZ en BVKZ maken we ons sterk voor het belang van een gezonde en veilige omgeving voor cliënten, medewerkers en bezoekers. We ondersteunen de beweging naar een volledig rookvrije zorgomgeving in 2030. Hierin volgen wij het Nationaal Akkoord Rookvrije Zorg.
We moedigen het stoppen met roken aan en bieden ondersteuning aan onze leden, in kleinschalige zorg en zorglandbouw, die deze stap gaan zetten.
Het hoofddoel is om in 2028 een rookvrije omgeving te creëren op de terreinen van de zorgboerderijen, waar medewerkers niet langer roken. Tegelijkertijd streven we ernaar om in 2030 een volledig rookvrije omgeving te bereiken, waarbij ook deelnemers en bezoekers niet meer op het terrein roken.
Samen streven we naar een gezondere toekomst, waarin roken geen plaats heeft binnen zorginstellingen.
FLZ: De aankomende twee jaar willen wij de zorgboeren ondersteunen door middel van kennis, motivatie en vooral inspiratie. De gezamenlijke verantwoordelijkheid om een Rookvrije Zorg, als onderdeel van een Rookvrije Generatie te bereiken staat hierin centraal.
BVKZ: We hebben subsidie ontvangen voor 2024 en 2025 om jullie als zorgaanbieder te ondersteunen door middel van kennis, motivatie en vooral inspiratie. De gezamenlijke verantwoordelijkheid om een Rookvrije Zorg, als onderdeel van een Rookvrije Generatie te bereiken staat hierin centraal.
Missie
Kleinschalige zorg en zorglandbouw dragen bij aan de Rookvrije Generatie. In het Nationaal Akkoord Rookvrije Zorg is afgesproken dat zorgorganisaties het goede voorbeeld geven en daarom in 2030 rookvrij zijn.
Visie
Het realiseren van een rookvrije kleinschalige zorg en zorglandbouw doen we samen vanuit de volgende visie:
Medewerkers (inclusief vrijwilligers en stagiaires), clienten en bezoekers hebben recht op een veilige werkplek en een gezonde (woon)omgeving. Roken is een verslaving die ernstige gezondheidsrisico's met zich meebrengt en schade toebrengt aan het milieu. In goede duurzame zorg is geen ruimte voor rook. Daarom zet de kleinschalige zorg en zorglandbouw in op rookvrij. Cliënten en medewerkers ondersteunen elkaar, spreken elkaar aan en staan samen sterk! Dit is vastgelegd in het organisatiebeleid.
Wat betekent dat concreet
De visie rookvrije kleinschalige zorg en zorglandbouw is hier verder uitgewerkt. De definities uit de intentieverklaring en het Nationaal Preventieakkoord dienen hierbij als basis. Onderstaande streven we als sector na; dit is wat we uiterlijk in 2030 met elkaar bereikt willen hebben.
Dit doen we vanuit acht pijlers (Toolkit - Rookvrije Zorg)
- Bestuur, beleid en commitment
- Communicatie
- Opleiding en training
- Stoppen met roken zorg
- Rookvrije omgeving
- Gezonde werkplek
- Maatschappelijke betrokkenheid
- Monitoring en evaluatie
Niet-roken is de (nieuwe) norm. Maar de weg naar Rookvrij kan nuances bevatten. Organisaties maken afhankelijk van de context (leef- werkomgeving), doelgroep en cultuur afwegingen welke stappen op welk moment in de tijd worden gezet.
Rookvrije gebouwen en terreinen
Rookruimtes in (semi-)publieke en openbare gebouwen zijn sinds 1 juli 2021 gesloten. De kleinschalige zorg en zorglandbouw vallen hier ook onder. Wettelijk gezien is het nog wel toegestaan om te roken op het terrein van een organisatie, buiten de kaders van een gebouw. Met Rookvrije Zorg leveren we een bijdrage aan de Rookvrije Generatie. Daarom is niet-roken de norm in alle gebouwen en op alle terreinen van de zorgaanbieders. Rookvrije zorg is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Organisaties zorgen ervoor dat het beleid bij iedereen die het terrein en/of gebouw betreedt bekend is.
- Op het terrein worden logischerwijs geen tabaksproducten en andere rookwaren (incl. e-sigaretten enshishapennen) verkocht.
- Medewerkers in de kleinschalige zorg en zorglandbouw roken niet onder werktijd en zijn ook niet herkenbaar als roker op hun werkplek.
- Medewerkers roken vanwege hun voorbeeldfunctie niet onder werktijd. Ook buiten werktijd roken zij niet in de nabijheid of in het zicht van cliënten.
Overwogen kan worden om medewerkers te vragen om niet te roken in hun werkkleding of in kleding waarin de rooklucht blijvend te ruiken is. ‘Derdehands rook’ bevat ook giftige en schadelijke stoffen en is ook schadelijk voor de gezondheid. De geur van rook kan tevens mensen die willen stoppen een prikkel geven, waardoor ze trek krijgen in een sigaret. Rookvrij worden is een gezamenlijke verantwoordelijkheid; we stimuleren elkaar en halen de prikkels om te roken zo veel mogelijk weg.
- Nieuwe medewerkers worden actief gewezen op het rookvrij beleid.
- Medewerkers in de kleinschalige zorg en zorglandbouw kunnen desgewenst worden ondersteund bij het stoppen met roken.
Organisaties hebben een stoppen-met-roken aanbod of attenderen medewerkers op bestaande mogelijkheden bij huisarts, zorgverzekeraars en verslavingszorg.
- Het bespreekbaar maken van het roken door medewerkers is niet voorbehouden aan leidinggevenden; elke collega of cliënt kan en mag dit onderwerp aankaarten. Organisaties hebben een veilige aanspreek cultuur waarin in gesprek gegaan kan worden over dit onderwerp en waarin elkaar hulp geboden wordt.
- Cliënten worden actief en -indien nodig- bij herhaling ondersteund bij het stoppen met roken.
Het bespreekbaar maken van het roken door cliënten is niet voorbehouden aan behandelaars: elke bij de cliënt betrokken medewerker mag dit onderwerp aankaarten. Naasten worden betrokken. Altijd binnen de veilige aanspreek cultuur.
Organisaties hebben een passend stoppen-met-roken aanbod voor cliënten en/of attenderen cliënten op bestaande mogelijkheden via de huisarts, zorgverzekeraar en verslavingszorg. Tijdens de intake en periodieke planbesprekingen is hier aandacht voor.
- Ook in de ambulante setting kunnen medewerkers hun werk rookvrij doen, waarbij tegelijkertijd cliënten worden gestimuleerd om het roken te stoppen
Medewerkers gaan met de cliënt (en diens naasten) het gesprek aan over de gevolgen van roken; niet alleen voor de cliënt zelf, maar ook over de gevolgen voor de medewerker. Medewerkers worden beschermd tegen tabaksrook, bijvoorbeeld door afspraken te maken over het rookgedrag voorafgaand aan en tijdens de dienstverlening.
- Leveranciers aan de zorg (zoals taxichauffeurs, schilders, wasserijen, groothandels) worden actief gewezen op het rookvrij beleid van de organisatie en worden hier ook aan gehouden.
Ook externen moeten zich op het terrein van de zorgorganisatie aan de regels houden. Dit kan bijvoorbeeld door in een inkoopcontract hierover een passage op te nemen.
- In zowel interne als externe communicatie-uitingen van de organisatie wordt het rookvrij beleid uitgedragen
Iedereen die met de zorgorganisatie te maken heeft, is op de hoogte van het rookvrij beleid. Denk bijvoorbeeld aan het uitdragen via (nieuws)brieven, folders, borden met huisregels op het terrein, social media en intranet en team-overleggen. Tevens zijn er geen tabakswaren of rokende personen zichtbaar in communicatie-uitingen (zoals op de website).
In beweging
Met deze visie en doelstellingen willen we als sector met de Rookvrije Zorg bij te dragen aan de Rookvrije Generatie. De komende jaren zal duidelijk worden wat de Rookvrije Kleinschalige zorg en zorglandbouw teweegbrengen en wat er nodig is om de doelstellingen te behalen. Samen met een adviesgroep van leden en (externe) partners worden thema's besproken en verder uitgewerkt. De Rookvrije Kleinschalige zorg en zorglandbouw is een beweging die zich blijft doorontwikkelen. Nieuwe inzichten zullen dan ook steeds worden meegenomen in ons aanbod.
Bron: Deze tekst is afkomstig van de website van Vereniging gehandicaptenzorg Nederland (VGN) en herschreven voor de Federatie Landbouw en Zorg en de Branchevereniging kleinschalige zorg.