De aflammertijd komt er weer aan. In verband met het risico op zoönsen, zoals Q-koorts gelden er dan strengere regels in de stallen. Voor schapen- en geitenhouderijen geldt, dat er geen bezoek in de stal mag komen rondom het aflammeren.
Het gaat om de periode vanaf 4 maanden dracht tot 14 dagen na het aflammeren. Voor personeel en dierenartsen is toegang uiteraard wel mogelijk, mits zij goed op de hoogte zijn van de risico’s en passende beschermingsmiddelen dragen (bedrijfskleding zoals een overall die op het bedrijf gewassen wordt, een mond-neuskapje (FFP3 filter), veiligheidsbril en rubberen laarzen).
In sommige gevallen vervullen deelnemers eenzelfde rol als personeel, bijvoorbeeld in het geval van arbeidsmatige dagbesteding of leer-werktrajecten. In die situaties kunnen deelnemers beschouwd worden als personeel. De zorgboerderij kan dan besluiten om die deelnemers toegang te geven. Deelnemers die deze rol niet hebben, moeten gezien worden als bezoekers en mogen rondom het aflammeren dus niet in de stal komen. Zwangere vrouwen moeten het contact met schapen en geiten in de aflammertijd sowieso vermijden.
Meer informatie over Q-koorts en over hoe je jezelf, je medewerkers en je deelnemers goed kunt beschermen, vind je op de site van Stigas en in de adviezen die LTO en de overheid samen hebben opgesteld. Meer informatie over de ziekte Q-koorts bij mensen vind je op de site van het RIVM .
Terug naar Actueel