Hoeve Klein Mariëndaal in Arnhem heeft vorig jaar het groentepakkettensysteem omgeruild voor een zelfoogsttuin (ook wel CSA genoemd), oftewel een tuinderij waar mensen zelf hun groente mogen komen oogsten. Uit de onlangs gehouden evaluatie blijkt het een groot succes: er is veel waardering voor de lokaal geteelde groente en kruiden en er is meer contact tussen deelnemers en zelfoogsters.
Zorgboerin Gitte Lucas vertelt: “Het verbouwen van groenten, fruit en kruiden is een goede bezigheid voor de deelnemers op een zorgboerderij. Het is heerlijk om samen buiten aan het werk te zijn en te zien hoe iets moois en gezonds zich ontwikkelt. Tot vorig jaar verkochten we het grootste deel van de oogst via abonnementen. We stelden kratjes samen en brachten die naar ophaalpunten. Het werk van het afwegen van de groenten en het samenstellen van de pakketten past goed bij een zorgboerderij. Het op tijd oogsten en klaar zijn gaf soms wel stress. Maar we vonden het vooral jammer dat er nauwelijks contact was met de klant. Die kwam op eigen tijd bij een ophaalpunt.”
“We hebben toen het alternatief van een zelfoogsttuin onderzocht en ingevoerd. Binnen drie weken hadden we de 100 leden die we zochten. Zelfs nog meer, dus we konden kiezen. We hebben geselecteerd op afstand: maximaal 10 kilometer omdat we op een autoluw landgoed zitten. De leden betalen 320 euro per jaar, vooraf voor een groot abonnement, en krijgen dan hun oogstaandeel. Dat betekende vorig jaar 35 weken lang verse groente, fruit en kruiden.”
Een goede deal, zo bleken de klanten het te vinden. En de deelnemers? “Voor hen is het heel leerzaam dat er geregeld mensen komen. Ze leren contact te maken, vragen te beantwoorden, te helpen bij het oogsten en dat geef zelfvertrouwen. Een deelnemer doet het zo goed, dat hij het komende seizoen de uurtjes op zaterdag met begeleiding op afstand gaat draaien. We waren alleen doordeweeks open, tijdens de tijden dat de deelnemers van de tuingroep er zijn, maar gunnen de leden nu toch drie uur op zaterdag.”
“De leden zijn allerlei mensen uit de omgeving. We zitten pal tegen de stad aan, dat merk je wel. Er is genoeg animo. Opa’s en oma’s met kleinkinderen, jonge gezinnen, alleenstaanden; allerlei mensen komen hier. Voor deelnemers is het leuk om uit te leggen wat waar staat of hoe je het oogst. Een van hen zei ook dat de leermomenten nu spontaan komen, bijvoorbeeld als iemand vraagt hoe je rabarber oogst. ‘Dan leg je het uit, doe je het even voor, daardoor ga ik over mijn drempel om contact te maken met anderen’, zei hij daarover.”
Het leuke van de oogsttuin is ook dat de horeca er baat bij heeft. “Veel mensen komen ook even wat drinken of een broodje eten. En sommigen melden zich als vrijwilliger.” Zit er ook een nadeel aan de CSA tuin? “Het enige nadeel wat ik nu kan bedenken is dat sommige deelnemers het maken van de pakketten missen. Dat was een fijne handeling.” Tuintechnisch vraagt een zelfoogsttuin wel professionaliteit, maar een abonnementensysteem ook. “Daarvoor hebben we een tuinder in dienst die tegelijk begeleider is.”
De plannen op Hoeve Klein Mariëndaal zijn nooit klaar. Inmiddels broeden er alweer nieuwe ideeën. “Een van de leden heeft afgelopen seizoen een lezing geven over gezonde voeding. Ik denk dat we vaker workshops of bijeenkomsten kunnen organiseren. Maar ook samen oogsten, koken en eten met deelnemers en leden staat op de wensenlijst. Op en rond de zelfoogsttuin willen we meer gaan doen met hagen, noten en laagfruit, zoals bessen. Zo breiden we ons assortiment uit en bevorderen we de soortenrijkdom. Misschien starten we nog met een kleine boerderijwinkel. De schoolmoestuinen zijn ook een mooie aanvulling in de zelfoogsttuin. We zijn in gesprek met de gemeente Arnhem om meer kinderen te laten moestuinieren. Ik hoop dat dit gaat lukken”, besluit een enthousiaste Gitte.